Aanmeldingsprocedure

De aanmelding van nieuwe leerlingen


Nadat ouders een toelaatbaarheidsverklaring voor het SBO-onderwijs van het Loket Berséba in Ridderkerk hebben ontvangen, melden ze hun kind persoonlijk aan bij De Akker. Op een kennismakingsmorgen of - middag komen onder andere de onderwijsvorm van de school, het vervoer naar school en de identiteit van de school aan de orde.
Nadat de school de toelaatbaarheidsverklaring tot toelating voor het SBO of SBO++ onderwijs en de inschrijfformulieren - met daarbij de ondertekening de grondslag van de school te onderschrijven - heeft ontvangen, wordt het kind ingeschreven. U wordt medegedeeld, wanneer het kind geplaatst kan worden. Daarvoor hanteren we in principe drie mogelijkheden: direct na de zomervakantie, na de kerstvakantie en na 1 april.
Ons SBO++-onderwijs is gelijkwaardig aan cluster-4 onderwijs en staat voor zwaardere gedrags- en/of psychiatrische problematieken. (zie verder 4.1.2 Begeleiding van leerlingen met een specifiek onderwijsarrangement SBO++ (Cluster-4))

Algemene toelatingscriteria


1. Zoals hierboven al gezegd komen alleen kinderen in aanmerking voor plaatsing op een SBO-school, als ze een daarvoor afgegeven toelaatbaarheidsverklaring hebben;
2. De Akker is een school voor speciaal basisonderwijs op reformatorische grondslag. Dit betekent in het algemeen, dat alleen kinderen worden toegelaten, waarvan de ouders de grondslag onderschrijven;
3. Vanwege wettelijke bepalingen zijn we verplicht kinderen uit Sliedrecht en Werkendam toe te laten, waarvan de ouders toelating wensen, maar die de grondslag niet kunnen onderschrijven. Van die ouders wordt het respecteren van de grondslag gevraagd middels een respecteerverklaring;
4. Het kind moet 4 jaar zijn;

Sliedrecht of Werkendam?


Heeft uw kind een toelaatbaarheidsverklaring van ons Loket Berséba Randstad uit Ridderkerk, dan wordt het kind, afhankelijk van de woonplaats, geplaatst op onze locatie in Sliedrecht of Werkendam.

Toelating leerlingen  met extra ondersteuning
Het speciaal basisonderwijs is niet de enige speciale vorm van onderwijs in Nederland. Zo zijn er zgn. cluster I, II, III en IV-scholen. Deze scholen geven specialistische hulp aan kinderen met bijzondere problemen.  Cluster I-scholen zijn scholen voor blinde en slechtziende kinderen. Cluster II-scholen zijn er voor kinderen met taal-/spraakproblemen. Op cluster III-scholen wordt lesgegeven aan zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen met een lichamelijke handicap of langdurig zieke kinderen. Cluster-IV scholen tenslotte zijn bestemd voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen met gedragsstoornissen en / of psychiatrische problematiek.

Als ouders een kind hebben, dat in aanmerking komt voor één van zulke scholen, dan kunnen ze kiezen. Of ze melden hun kind aan bij zo’n school òf ze melden hun kind aan bij een school voor basisonderwijs. Als de school voor het basisonderwijs het kind toelaat, dan kan de basisschool een ondersteuningsbudget  aanvragen (bij cluster I-scholen is dit iets anders). De school ontvangt dan wat extra middelen om het kind binnen het basisonderwijs extra hulp te geven. In de wet staat dat ouders hun kinderen ook mogen aanmelden bij een school voor speciaal basisonderwijs.  

Onze school verleent al bijzondere hulp aan kinderen, die vanwege belemmeringen het gewone onderwijs niet kunnen volgen. Dit stelt onze school voor de vraag of we kinderen met een ondersteuningsbudget moeten toelaten en zo ja, onder welke voorwaarden. Bij de afweging om een kind wel of niet toe te laten, speelt het belang van een goede ontwikkeling van het kind een doorslaggevende rol.

Begeleiding van leerlingen met een specifiek onderwijsarrangement SBO++ (Cluster-4)


Op onze school zitten leerlingen, die grotere onderwijsbehoeften hebben dan de reguliere leerlingen bij ons op school. Voorheen waren dat leerlingen met een rugzak.
Deze leerlingen hebben een dubbele problematiek. Zij zijn verwezen naar het speciaal basisonderwijs, maar vanwege extra problematiek hebben ze ook een indicatie voor het speciaal onderwijs ontvangen (SBO++-indicatie).
Het is onze ambitie en opdracht om zoveel mogelijk kinderen uit onze reformatorische achterban met specifieke hulpvragen onderwijs te geven.
Als uw kind wel is toegelaten, ontvangt uw kind extra begeleiding. Veel van deze begeleiding krijgt al vorm in ons basisaanbod. Dit omdat ruim 35% van onze leerlingen deze extra begeleiding nodig heeft.
We hebben beleid geformuleerd op welke wijze we deze begeleiding vorm geven. De kern hiervan is, dat we kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerling.
Basisuitgangspunt van deze begeleiding is, dat we deze zoveel mogelijk opnemen in de reguliere werkwijze in de groep. Het is aan het oordeel van de intern begeleider en de leerkracht van de school overgelaten of dit op een verantwoorde wijze plaats kan vinden. Er kunnen situaties zijn, dat afzonderlijke begeleiding buiten de groep voor uw kind nodig is. Dit wordt dan in het ontwikkelingsperspectief van de leerling benoemd en beargumenteerd. De benodigde ambulante begeleiding wordt ook in het handelingsplan (indien van toepassing) opgenomen. De intensiteit van deze begeleiding is afhankelijk van de vraag van de leerkracht. Bij de ene leerling zal deze dus intensiever zijn dan bij de andere leerling.
Bovenstaand beleid, waarin de begeleiding van de leerlingen met een specifiek onderwijsarrangement zoveel mogelijk in het gewone programma in de klas is opgenomen, is een bewust uitgangspunt. De school vindt dat de ontwikkeling van een kind het best tot haar recht komt in de context van het omgaan met elkaar in een groep. Bovendien achten we het fundamenteel onjuist, dat een leerkracht te maken krijgt met een veelheid aan overleg onder of na schooltijd, omdat dit ten koste gaat van de tijd, die voor het onderwijs beschikbaar is.

Algemene voorwaarden voor toelating cluster-leerlingen


Bij de toelating van kinderen met speciale behoeften spelen de volgende overwegingen een rol:
a) Vanwege zijn beperking/handicap heeft het kind een hulpvraag. Voor beantwoording van die hulpvraag is het kind aangewezen op specifieke begeleiding. Als deze begeleiding en/of therapie te intensief of specialistisch is, kunnen wij de hulpvraag niet beantwoorden. In het belang van het kind zelf en de andere kinderen op school kan het kind dan niet toegelaten worden.
b) Bij de afweging om een leerling al dan niet toe te laten, speelt niet alleen de indicatiestelling voor een cluster-school een rol, maar ook of er sprake is van een combinatie van problematiek bij het betreffende kind.

De volgende specifieke voorwaarden gelden voor de verschillende clusters:
cluster I (blinde en slechtziende kinderen)
We hebben kennis en ervaring opgedaan met slechtziende kinderen, maar nog niet met blinde kinderen. In principe laten we op onze school geen blinde kinderen toe.
cluster II (kinderen met taal-/spraakproblemen)
We hebben de nodige ervaring en kennis met lichte en middelzware problematiek voor taal-/spraakproblemen. Er is voortdurende versterking van onze kennis en vaardigheden, zodat we ook kinderen met zwaardere problematiek op dit gebied goed onderwijs kunnen geven.
cluster III (zeer moeilijk lerende, lichamelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen)
Kinderen met een cluster III-indicatie zijn in de meeste gevallen het best op hun plaats op een school voor moeilijk lerende kinderen (ZML-school > de Rank)
Kinderen met een IQ onder de 55  of met een IQ tussen de 55 en 70, waarbij er sprake is van  aanvullende (extra) problematieken (zeer geringe sociale redzaamheid, zeer geringe schoolvorderingen, e.d.) worden niet toegelaten.

Bij de toelating van leerlingen met een indicatie voor cluster I, II, III of IV wordt vanuit Loket Berséba – regio Randstad altijd contact opgenomen met de school. De school zal vervolgens met eigen en eventuele externe deskundigen bepalen of toelating verantwoord is.
© 2024 Samuëlschool  - Disclaimer - Privacyverklaring